Valle d’Aosta DOC

 

Vraag: wat is de kleinste wijnregio van Italië, zowel qua oppervlakte als productie, en waar situeren zich de hogere wijngaarden van Europa? Iemand?

 

Inderdaad. Ik heb me helemaal aangepast aan de seizoenen. Zelfs qua wijnselecties. Van opoffering gesproken. Zeg nog eens dat ik geen moeite doe!

Op naar de Alpen, dus. De enkelingen onder ons met een zin voor avontuur zijn er mogelijk recent nog naartoe getrokken, maar zijn erna uiteraard flink in quarantaine geweest na hun test. Valle d'Aosta, of Vallée d'Aoste voor de Franstalige(n) onder ons, staat dan ook meer bekend voor haar skigebieden (Courmayeur, Cervinia, Mont Blanc, Matterhorn,…) dan voor haar wijnen en daar tracht ik met deze post een klein, klein beetje verandering in te brengen.

Dus! We beginnen bij het begin. Valle d'Aosta ligt helemaal in het noorden van Italië. Ten zuiden en oosten van de regio ligt Piemonte, ten westen ligt dan weer het Rhônegebergte van Frankrijk en ten noorden ten slotte is er Valais, Zwitserland. Ingesloten is dus wel degelijk het juiste woord hier. Ze hebben er zelfs hun eigen taaltje; Valdotiaans! I shit you not!

 
 

Zoals gezegd is dit dus de kleinste (wijn)regio van Italië: met wat moeite staan hier amper 600 hectare grond aan wijngaarden aangeplant. Deze 600HA produceren zo'n 30 000HL aan wijn en dan is er slechts 6000HL bestemd voor de enige DOC van de regio. Waar gaat die overige 24 000HL dan naartoe vraagt u zich misschien af? Wel, Valle d'Aosta is zowat de overgang tussen Noord- en Zuid-Europa wat betekent dat er hier enorm veel passage is. Er wordt een enorme hoeveelheid bulkwijn verkocht aan al die transit dat vlug even passeert door de regio. En dan wordt er ook nog een stevige portie landwijn verkocht aan de toeristen op vakantie in de regio.

Dat maakt dus dat er slechts zo'n 6000HL overblijft voor kwaliteitswijn. En dan moet er zelfs hier nog een kanttekening gemaakt worden; een groot deel van die 6000HL is niet bestemd voor export en blijft gewoonweg in Italië. En dan zijn er nog steeds de skitoeristen die ter plekke een groot deel van de wijn opkopen. Met andere woorden: er blijft bitter weinig over voor ons, wijnliefhebbers. U zal dus niet makkelijk een Valle d'Aosta-wijn tegenkomen in uw favoriete (wijn)winkel.

 

Nog een extra reden waarom er slechts 6000HL kwaliteitswijn wordt geproduceerd in deze regio is uiteraard het moeilijke terrein. Vele wijngaarden zijn aangeplant op steile hellingen waardoor machinale oogst hier onmogelijk is. Wat overigens ook een interessant weetje is (Wikipedia, qué?), is dat de hoogste wijngaarden van gans Europa in de Valle d'Aosta te vinden zijn. De florale prié blanc staat hier aangeplant op maar liefst 1200m hoogte. Een hoogte waar de beruchte en vervloekte Phylloxera-luis zich niet aan waagt waardoor prié nog steeds geënt staat op decennia-oude onderstokken.

Soit, ik dwaal af. Alle oogst manueel en met de hand dus. En dat voelen wij, wijnliefhebbers, uiteraard ook rechtstreeks in onze portefeuille. Nog een extra nadeel is dat de gemiddelde oplage per wijn erg laag ligt vanwege de beperkte aanplantingen. Maar daar staat uiteraard wat tegenover. De gemiddelde kwaliteit ligt vanwege de manuele en zorgvuldige oogst erg hoog en elke terroir en druif bloeit hier helemaal open. Topkwaliteit dus maar aan een hogere prijs. En op voorwaarde dat je al een wijn van de regio op de kop kan tikken…

 
www.lescretes.it

www.lescretes.it

 

Maar goed, we laten ons niet kennen. Vanwege die minieme oppervlakte is Valle d'Aosta dan ook maar 1 appellatie rijk: de Valle d'Aosta DOC. Een DOC enorm beïnvloed door haar buurlanden qua aangeplante druivenrassen. “En welke dan??” hoor ik u al met een trillende stem, extra gekenmerkt met een lichte doch duidelijk aanwezige ondertoon van ondraaglijke stress, vragen. Ha!

Pinot bianco, pinot grigio, chardonnay, pinot nero, gamay (inderdaad, die ene van de Beaujolais) en syrah, om er maar enkele te noemen, zijn allemaal van Franse oorsprong. Müller-Thurgau is op haar beurt dan weer van Duitse origine.

Er zijn ook enkele Italianen te vinden zoals moscato, dolcetto en nebbiolo. U ziet het, druivenrassen genoeg voor die kleine oppervlakte. En dan dij ik nog niet eens uit over de inheemse cépages (fumin, prëmetta, cornalin, petit rouge, neyret, mayolet, vie de nus, prié blanc, iemand?) Maar de aandachtige lezer (?) zal het misschien gemerkt hebben: “En Zwitserland, da’s toch een buurland? Ontlenen ze daar dan geen druiven van?” Scherp!

Jawel. Eentje. Het gaat hier om de druif petite arvine. Uiteraard familie van de grosse arvine (hoe kom je erop hé!) maar die laatste wordt niet meer gecultiveerd. Petite arvine eens te meer daarentegen.

 

Arvine is een druif afkomstig vanuit Valais, te Zwitserland. Vlakbij de Valle d'Aosta dus. De naam arvine vindt men in geschriften voor het eerst terug omstreeks 1602 en is afgeleid van het Latijnse arvena wat staat voor net gearriveerd. Arvine is overigens net zoals nosiola verre familie van de oude alpiene druif rèze. 

Petite arvine is een kleine druif (jaja, Sherlock hier) en heeft erg compacte trossen wat de druif gevoelig maakt voor verscheidene schimmels en rot. Een zuiver en droog klimaat is dus belangrijk voor petite arvine. De druif heeft wel als voordeel dat ie erg productief is, vroeg in bloei komt te staan maar dan weer wel laat rijpt. Een leuke druif dus dat niet veel, maar toch een beetje, aandacht vraagt in de wijngaard. De druif is weliswaar maar miniem aangeplant. Zwitserland is zo'n 154HA rijk aan wijngaarden beplant met petite arvine, met Marie-Thérèse Chappaz’ cuvée als grote voorbeeld. In Italië is dat nog maar een fractie van dat cijfer en staat ze enkel een beetje aangeplant in Valle d'Aosta. 

 

Omstreeks de eeuwwisseling was er echter groot nieuws voor petite arvine: niemand minder dan Angelo Gaja (Gaja, één van de grootste en meest tot de verbeelding sprekende wijnhuizen van Italië geleid door Angelo Gaja dat ontegensprekelijk behoort tot het topkransje van Italiaanse wijnbouwers/visionairs) had besloten om petite arvine aan te planten in Piemonte, meerbepaald in Barbaresco. Wat volgde was een ramp. Gaja is er niet trots op maar het is een test dat faliekant is afgelopen. Petite arvine weigerde mee te werken aan die gedwongen migratie en werkte tegen op elke mogelijke manier. Coulure (een plantenziekte), gebroken scheuten en slechte resultaten. Alles liep in het honderd. Gaja gaf het na enkele jaren vol desastreuze resultaten op om de druif aan te planten in Piemonte. In tegenstelling tot bij Chappaz is petite arvine voor de familie Gaja dus een druif dat niet vlug genoeg vergeten kan worden.

Vorige
Vorige

Jura - Pt. 1

Volgende
Volgende

Dry Martini