Mijn obsessie met Ben Ryé

 

Lang, lang geleden, was er eens een jongen. Hij ging naar school en deed sport, hij voetbalde aardig goed bij de lokale voetbalploeg en deed studentenjobjes in het restaurant van zijn ouders. Elk weekend en elk schoolverlof hielp hij mee de glazen spoelen, de afwas doen en de gerechten naar de tafels brengen. Hij ging ook naar school, maar zeer tegen zijn zin. Dus op een dag komen zijn vader en de jongen overeen dat zoonlief op leercontract vast gaat werken in het restaurant. Hij was toen 16. Toen hij 18 was behaalde hij zijn diploma. En wat nu?

 

Jong en onervaren werd hij door zijn vader richting de wijnwereld geduwd, wederom zeer tegen zijn zin. Hij drinkt wel eens wijn mee aan tafel, maar een echte interesse? Laat staan passie? Soit. Hij weet dat vaders wil wet is, dus gaat hij maar mee in het verhaal. Hij leert wijn proeven en gaat nu en dan eens een flesje wijn kopen in de wijnwinkel achter de hoek. Op een dag ziet hij een flesje staan genaamd Ben Ryé. Het speelse label van dat kleine flesje, met de tekeningetjes en de Arabische looks, intrigeert hem. Maar vooral de heftige prijs voor dat kleine flesje vindt hij nog aparter. Hij beseft al snel dat hij dit flesje wel degelijk kent van naam, maar het nog nooit heeft kunnen proeven. Hij beslist dan maar de kleine 40 euro ervoor neer te tellen (375ml) en hij neemt het mee naar huis.

Eens thuis legt hij het flesje veilig weg en zoekt er wat informatie over op. Het blijkt afkomstig van dat kleine prachtige vulkanisch eiland Pantelleria, gesitueerd ten zuiden van Sicilia en dichter gelegen bij Tunis dan bij Palermo. Klein, winderig, pittoresk, duur, gekend om haar kappertjes (om te eten, niet om te knippen), haar vluchtelingenproblematiek en haar zibbibo. Zibbibo is het lokale synoniem voor muscat d'alexandria. Muscat d'alexandria is verwant aan moscato bianco, maar tegelijkertijd ook niet helemaal hetzelfde: het is bijna even aromatisch, ja, maar het is beter bestemd tegen hitte en maakt ook net daardoor meer suiker aan, wat potentieel resulteert in meer alcohol en/of restsuiker. Getuige de naam overigens: zibbib staat in het Arabisch voor rozijn, zeker na het indrogen in de zon van de druifjes. Over Arabisch gesproken: ben ryé staat voor zoon van de wind. En ook daarvoor is Pantelleria dus gekend: wind. Het waait er dag en nacht, het ganse jaar door. Wat belangrijk is voor de druiven omdat ze daardoor weinig schimmel-gerelateerde ziekten oplopen. Hierdoor leent Pantelleria zich bijgevolg perfect voor bio/biodynamische/natuurlijke wijnbouw. Maar ook voor het laat oogsten of zelfs indrogen van de druiven na de oogst.

 
 

 De producent? Donnafugata. Historisch Siciliaans domein te Marsala, en vooral gekend om twee wijnen: Mille e Una Notte (nero d'avola-gebaseerde blend) en Ben Ryé. Ben Ryé is al jaren, drie decennia eigenlijk (sinds zijn eerste vintage in 1989), de beste Italiaanse dessertwijn. Waarom? Blijkbaar omwille van het spectaculaire karakter van de wijn, bovenop de zéér beperkte oogst én de locatie van de wijngaarden, die zich op Pantelleria bevinden en niet op Sicilia zelf, wat bij al hun andere wijnen, en ook Mille e Una Notte, wel het geval is. Nog iets specifieks aan Ben Ryé is dat de druiven laat geoogst worden maar niet worden ingedroogd wat pakweg bij Recioto te Valpolicella wel het geval is. En ook specifiek: het heeft géén houtrijping gekregen. Autochtone gisten én rijping en oudering op staal, maar niets van hout. Hij kan eigenlijk al bijna niet meer wachten om het flesje te openen..

Dus, uiteraard, bij het eerstvolgende etentje thuis opent hij dat flesje en raakt hij op slag helemaal verliefd op wat voor hem de meest bedwelmende, expressieve en meest betoverende neus is die druivensap hem ooit al heeft gegeven: liquide abrikoos, liquide perzik, vijgen, muskaat, zeelucht, mineralen, appelsienschil, mandarijn, karamel, bruine suiker, etc. Elke keer dat hij walst met het glas lijken de aroma's te veranderen en complexer te worden. Hij snapt er echt geen kl*ten van (excuses!). Hoe kan een wijn, zonder toevoegingen van fruit buiten druiven, zo intens aromatisch zijn? En hoe kan een wijn zoveel aroma's opwekken, die niet eigen zijn aan druiven?!

 

Na het proeven is hij in eerste instantie teleurgesteld: als onervaren wijndrinker hoopte hij op een heftige zoete wijn en ondanks dat er wel restsuiker aanwezig is (en vrij veel, overigens) is de wijn eigenlijk slechts relatief licht zoet? Onze hoofdrolspeler is namelijk een zoetebek en had eigenlijk gehoopt op nog wat meer restsuiker en plakkerigheid, maar aan de andere kant is de wijn wel ongelooflijk drinkbaar en verfrissend, precies hetgeen hij nét niet had verwacht. Het begint hem stilletjes aan wel te dagen waarom de prijs van de wijn zo hoog was, maar ook waarom er zo'n hype is rond deze specifieke wijn.

 De wijn heeft lengte. En veel. Sinds die ene dag koopt hij jaarlijks enkele flesjes van deze wijn, zoveel hij kan. Jaren later, nadat hij een stage heeft gedaan bij Osteria Francescana te Modena in 2016 dat net enkele weken voordien verkozen werd als het beste restaurant van de wereld, en aan het terugrijden is vanuit Modena richting vrouwlief, beslist hij vanwege files langs de andere route via de Valle d’Aosta te rijden. Een regio die hij op dat moment nog nooit had bezocht. Of ja, toch wel. Misschien ooit, als kind. Maar goed. Hij doet een tussenstop in een klein, gezellig en pittoresk dorpje. Het dorpje, zonovergoten en vol toeristen (het is augustus), dient als een soort van ontspanningsmoment om erna in één ruk door te rijden richting Boortmeerbeek.

 

Hij spot een enoteca en gaat binnen. Zijn interesse en kennis zijn ondertussen helemaal niet meer vergelijkbaar met het moment hij net Ben Ryé leerde kennen. Integendeel. Hij gaat nu door een “Valle d’Aosta-periode”. (Wat uiteraard meespeelde in de keuze van die vreemde omweg) Bon! Hij zoekt zo goed als hij kan naar absurde en obscure druiven uit deze regio (cornalin, petite arvine, prié, petit rouge, neyret, vien de nus, fumin, etc.) maar in België is hier helaas evenzeer vraag naar als naar het behouden van de lockdown.

En dus vandaar, de enoteca binnen! Hij kijkt rond, selecteert wat lokale wijnen uit de regio en wat ziet hij staan bij de sectie vini dolci? Ben Ryé verdorie! En niet zomaar eentje! Hoho, nee: Ben Ryé, 75cl, uit 2001. Dafuq. Een 75cl fles Ben Ryé, en op leeftijd?! Hij koopt deze meteen en na een kleine pauze vertrekt hij opnieuw richting huis. Eens thuis houdt hij een “comeback-feestje”, hij heeft ten slotte de stage bij Osteria Francescana tot een goed einde gebracht en dat ook nog eens als eerste Belg ooit, dus er is wel reden om iets of wat te vieren. 

 

Goed. We wijken opnieuw wat af. Hij zet de fles koel en rechtop, en op het einde van de avond opent hij de fles. Ja hoor, opnieuw een initiële teleurstelling. De kurk is niet in topconditie en bijna volledig verkleurd. De kleur is... bruinzwart! Geoxideerd? Over het hoogtepunt heen? Tja. Alles wijst erop. Reeds teleurgesteld ruikt hij aan de wijn, en wat blijkt? De aroma’s die hij ondertussen goed kent, zijn wel degelijk aanwezig. Iets minder prominent, iets meer geëvolueerd, neigend naar rijp en gedroogd fruit, minder floraal maar wel even complex (want er komt veel meer ziltigheid en gelaagdheid bij kijken ditmaal). Opnieuw snapt hij er geen kl*ten van (opnieuw excuses!), het main character in dit verhaal is nu eenmaal niet de meest snuggere en vernuftige hé.

Maar goed: begrijpe wie begrijpen kan. Hoe kan een niet-oxidatieve wijn met deze bruinzwarte kleur toch dit complex aroma hebben? Hij gaat ervoor, hij proeft ervan. Wonder boven wonder: de aciditeit is through the roof! Het restsuikergehalte is nog steeds hoog maar Ben Ryé heeft nog nooit zo fris en verfijnd geproefd. En de lengte? Seconden volstaan ondertussen niet meer, het gaat nu om minuten. Potentieel? Tonnen! Dit was de meest gebalanceerde, verfijnde en meest complexe dessertwijn die hij ooit heeft geproefd. En misschien wel zelfs een van de betere wijnen, tout court. De wijn had al een heldenstatus verworven bij hem, maar sinds zijn Osteria Francescana-comeback-feestje heeft Ben Ryé een onaantastbare mythische status verworven. Elke keer dat hij het label ziet, of elke keer dat hij het over de wijn heeft, zullen zijn gedachten toch altijd een klein beetje afdwalen naar de magische momenten dat Ben Ryé overperformde, tegen alle verwachtingen in. Maar weet je wat er extra leuk is? Ben Ryé performt niet nu eens, en dan eens, en dan weer niet. Nah, het is geen overbetaalde profvoetballer. Ben Ryé perfomt keer op keer, zonder uitzondering.

 

Dus, stel je hypothetisch even voor: je zou een minder positieve opmerking betreffende Ben Ryé te melden hebben (KAN NIET ZIJN, KAN NIET!!!), laat het dan vooral niet weten want sinds die bewuste avond kan Ben Ryé niets meer misdoen bij me. Inderdaad: de niet-zo-snuggere main character was ondergetekende.

Vorige
Vorige

Verdicchio

Volgende
Volgende

De origine van primitivo